17.9.06

 

Welzijnswerk is geen bezigheidstherapie

Afgelopen week stond -rijkelijk laat- de behandeling van de jaarverslagen over 2005 van de verschillende welzijnsinstellingen in De Baarsjes op het programma in de raadscommissie Onderwijs, Welzijn en Werk.

In stadsdeel De Baarsjes wordt het welzijnswerk aanbesteed en dat is nieuw, ook ten opzichte van andere stadsdelen in Amsterdam. Dit betekent in de praktijk dat instanties als het opbouwwerk, jongerenwerk en ouderenwerk op output worden aangestuurd. Zij moeten bepaalde producten leveren (zoals bijvoorbeeld een x aantal activiteiten voor jongeren) met een bepaalde output (zoals bijvoorbeeld minimaal een x aantal bezoekers van die activiteiten per jaar).

Jarenlang heeft de VVD (en ikzelf ook persoonlijk) zich druk gemaakt over het softe karakter van het welzijnswerk en de vele subsidies die zonder duidelijke aansturing en resultaatafspraken over de balk werden gesmeten. De aanbesteding zoals ie nu in De Baarsjes gebeurt is daarom een verademing. Eindelijk worden welzijnsinstellingen ook gezien als organisaties die resultaat moeten leveren. Als je namelijk investeert in mensen, dan mag dat ook wat opleveren toch? Welzijnswerk is geen bezigheidstherapie!

In de jaarverslagen van De Combinatie, Akros en DOCK, de organisaties die in De Baarsjes het welzijnsaanbod verzorgen, viel te lezen dat zij worstelen met de nieuwe sturingsmethodiek. Het is natuurlijk ook lastig om maatschappelijke effecten te meten. Hoe meet je dat iemand uit een sociaal isolement komt? Als een agressieve jongen uiteindelijk toch op het rechte pad belandt en een baan vindt, in hoeverre komt dat dan door de begeleiding die hij in het buurthuis heeft gekregen?

Maar ook de meetbare resultaten, zoals het aantal bezoekers en deelnemers aan activiteiten, bleven in 2005 deels achter bij de afspraken die er waren gemaakt met het stadsdeel. ‘Sommige instellingen zien het aanleveren van resultaten als een wens van het stadsdeel en niet als een uitdaging voor zichzelf’, zo viel letterlijk te lezen in de stukken. Dat is iets om je zorgen over te maken, evenals het gebrek aan samenwerking tussen de verschillende (vrijwilligers)organisaties in het veld. Het is ronduit triest dat op een plek als de Hudsonhof de Turkse en Marokkaanse ouderenverenigingen er zelden in slagen om gezamenlijk een activiteit te organiseren. Of dat mensen met hun probleem niet goed worden doorverwezen van de ene organisatie naar de andere. Dat moet beter.

De PvdA fractie oordeelde vernietigend over de jaarverslagen en vroeg zich af of we als stadsdeel nog wel zaken moeten doen met de genoemde instellingen. Mijn bijdrage namens de VVD was kritisch, maar -voor de verandering- een stuk milder dan die van de PvdA. Want zoals eerder gesteld: de nieuwe werkwijze is een verademing bij hoe het was in de jaren ’90. Je verandert de welzijnssector niet van de ene dag op de andere en je zult daarvoor dus leergeld moeten betalen en ervaring moeten opdoen. Ik zag tijdens de behandeling in de commissie een volle publieke tribune met bevlogen welzijnswerkers die echt wel het beste uit mensen naar boven willen halen. Conclusie van dit alles is dat het volgend jaar wel goed moet zijn. Ik reken daarop!

Comments: Een reactie posten



<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?