10.3.08

 

Crime mapping in Aulnay-sous-Bois


Dit weekend greep ik aan om de Parijse Banlieue te bezoeken en ook nog iets van de Franse gemeenteraadsverkiezingen mee te krijgen. Samen met Matthijs van Muijen, een goede vriend en tevens PvdA gemeenteraadslid in Rotterdam, bezocht ik onder meer Aulnay-sous-Bois.

Aulnay-sous-Bois is een stad van 80.000 inwoners ten noorden van Parijs. Met name het noordelijke gedeelte van de stad kent problemen en is dan ook een Zone Urbaine Sensible (ZUS). Tijdens de beruchte rellen in 2005 stonden in dit gebied in één nacht meer dan 100 auto’s in brand, om een beeld te geven. Aulnay heeft vooralsnog een burgemeester van de UMP (de partij van Sarkozy), een unicum in de Cercle Rouge van de Parti Socialiste die Parijs omsluit.

We bezochten de Police Municipale, waar we een gesprek hadden met de politiechef en het video surveillance systeem bekeken. In Aulnay zijn op ‘gevoelige plekken’ 22 camera’s geplaatst die 24 uur per dag registreren wat er op straat gebeurt. Helaas waren de effecten op het veiligheidsgevoel van de inwoners nog niet gemeten. Ook kregen we een demonstratie van het speciaal ontwikkelde Observatoire, een systeem dat wekelijks alle interventies van de politie vastlegt, zodat beter kan worden bepaald waar patrouilles moeten plaatsvinden. Maar bijvoorbeeld ook waar het jongerenwerk extra aandacht aan moet besteden. Het systeem is bovendien gekoppeld aan een enquête onder bewoners, die een veel realistischer beeld geeft van de veiligheidssituatie in de buurt dan het aantal aangiftes. Het systeem komt uit Amerika, waar al langer met crime mapping wordt gewerkt.

Na het politiebureau volgde een wandeling in Mitry-Ambourget, een wijk waar de afgelopen jaren honderden miljoenen zijn ingepompt. Hier werd nog eens duidelijk waarom de regering Sarkozy onlangs het (zoveelste) Plan Banlieue heeft gelanceerd om mensen in dit soort wijken wat meer perspectief te geven. We liepen langs de troosteloze betonkolossen, aftandse en slecht onderhouden flats. Ghetto-achtige taferelen met groepen jongens, volgens een jongerenwerker veelal drugsdealertjes, die zich ophouden voor de ingang van sommige flats.

Al snel kwamen Matthijs en ik in gesprek met jongeren op straat, die ons eerlijk en onbevangen vertelden dat ze de hele dag maar rondhangen en jongeren uit andere wijken uitdagen om te vechten. En de politie? Die kijkt dan meestal toe. Enkele jongens vertelden wel op zoek te zijn naar een respectabele baan, maar ook dat hun ‘postcode’ daarbij allesbehalve een pré is. In dit kader deden we het Plate-forme d’Insertion aan, een piepklein kantoortje met drie computers. Hier wordt de mogelijkheid geboden om via internet naar banen te zoeken en begeleiding te krijgen. Bijvoorbeeld bij de opzet van je CV.

Ondertussen werd onze wandeling binnen drie kwartier maar liefst driemaal verstoord door sirenes van politiebusjes met gewapende agenten, die eruit sprongen en een achtervolging inzetten. Geen prettige sfeer. Een jongen van een jaar of elf werd tijdens een van deze acties in zijn kraag gevat. Hij had een fiets gejat.

Positief was dat het groepje jongeren dat we op straat tegenkwamen, ook met ons meeging naar het hernieuwde bejaardencentrum in het midden van de wijk, dat tijdens de rellen in 2005 volledig was afgebrand. Jongeren uit de wijk eisten destijds die brand op, omdat de gemeente ‘alles deed voor ouderen en niks voor jongeren’. In de wijk worden de spanningen tussen oud en jong vooral duidelijk door hun dagindeling. Ouderen doen 's ochtends bij wijze van spreken nog even wat boodschappen en gaan dan snel weer naar binnen. Jongeren nemen in de middag en avond de straten over. Ondanks dit alles leek de directrice van het bejaardencentrum toch blij dat er (eindelijk?) jongeren over de vloer kwamen. Misschien dat deze jongens op korte termijn zelfs gebruik mogen maken van een bijzaal van het centrum, voor de muziekgroep die ze willen oprichten.

Comments: Een reactie posten



<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?