24.12.10

 

Stadsdelen afschaffen: goed idee?

De afgelopen weken is gebleken dat het kabinet vaart wil maken met het afschaffen van deelgemeenten, die we in Amsterdam stadsdelen noemen. Veel lokale bestuurders reageerden in eerste instantie met een 'eerst zien, dan geloven', maar het is menens. Ik ben nu enkele jaren actief als deelraadslid, eerst in De Baarsjes en nu in stadsdeel West. Persoonlijk vind ik de onlangs vernieuwde structuur van zeven stadsdelen een logische. Ik ben voor verbetering van de huidige structuur en tegen afschaffing. Tegelijkertijd zul je mij niet op de barricades zien als deze bestuurslaag verdwijnt …. het systeem is namelijk niet heilig, de praktijk wel. Het gaat er simpelweg om wat het meeste oplevert voor Amsterdammers.

Stadsdelen zijn ooit opgericht om twee redenen: 1) het verbeteren van de voorwaarden voor participatie voor de burgers en 2) een effectievere en efficiëntere inrichting van de gemeentelijke organisatie.

Is dit gelukt? Deels wel. Ik vind dat de democratische legitimiteit van de Amsterdamse politiek is gebaat bij het bestaan van stadsdelen. Amsterdammers hebben hierdoor meer mogelijkheden om invloed uit te oefenen. Door het directe contact tussen politici en burgers op locaal niveau, worden problemen sneller aangekaart. Ook is het effectiever om bepaalde taken op stadsdeelniveau uit te voeren. Er is meer oog voor maatwerk voor de buurt, bijvoorbeeld in de openbare ruimte, bij stedelijke ontwikkeling of bij het toekennen van subsidies.

Natuurlijk kent het stelsel ook nadelen. Zo is er nog altijd verwarring over de verdeling van verantwoordelijkheden. Stad en stadsdelen werken nogal eens langs elkaar heen. Een voorbeeld is het jongerenwerk, dat voor een groot deel door de stadsdelen wordt gedaan, maar ook voor deels bij de centrale stad ligt: onhandig! Daarnaast zorgt het grote aantal deelraadsleden (incl. ikzelf) en bestuurders voor ‘bestuurlijke spaghetti’. Bewoners verliezen vertrouwen in de locale politiek door negatieve berichtgeving, zoals de ophef rondom Fatima Elatik in Oost en een ‘politiek van wie heeft de grootste P’ zoals onlangs in mijn eigen West door D66 werd neergezet.

Amsterdam is met de verkleining van veertien naar zeven stadsdelen een weg ingeslagen om de voordelen van het stelsel te behouden en de tekortkomingen zoveel mogelijk weg te werken. Hoewel er nog veel moet gebeuren, verdient deze poging een kans. Ik denk dat de huidige schaalgrootte een goede is. Maar deze koers wordt nu abrupt onderbroken door de plannen van het kabinet. Ik ben benieuwd naar de rekensom die aan moet tonen dat afschaffing van stadsdelen geld oplevert. En hoeveel? Je zult mij voorlopig niet met een spanddoek op straat zien. Het gaat niet zozeer om het stelsel zelf, maar meer om de praktische invulling ervan. Wat is de winst voor de burgers?

Oftewel: de ‘extra laag’ van bestuurders en deelraadsleden kan worden weggesneden, en dat levert dan (misschien) geld op en minder bestuurlijke drukte. Maar dan vind ik bijvoorbeeld wél dat een ambtelijk apparaat en dienstverlening op buurtniveau moeten blijven. Ook de kwestie van democratische legitimiteit en politieke controle zal een plek moeten krijgen. Bijvoorbeeld met een grotere of full-time gemeenteraad waarin de raadsleden zich -meer dan nu- naast hun inhoudelijke portefeuille ook richten op een buurt. Of met bewonerscommissies of wijkraden die signalen kunnen doorsluizen en maatwerk kunnen afdwingen.

Ik wens iedereen fijne kerstdagen!

Comments: Een reactie posten



<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?